Mahendra
Ik ben een oud-leerling van de Saint Peter’s school van de Broeders van Liefde. Ik was er heel graag en heb nu nog steeds een heel goede band met m’n vroegere leerkrachten. Voor mij zijn ze veel meer dan lesgevers, ze zijn mijn mentors voor het leven. Ze hebben mij overtuigd om niet op te geven, om verder te studeren, wat er ook gebeurt.
Kindslaaf
Voor ik naar de basisschool van de Broeders van Liefde ging – de school bestond toen nog niet – werkte ik als negenjarige in de stad. Mijn ouders hadden me aan een rijke familie gegeven. Ik verdiende er niets, maar kreeg elke dag te eten en mocht in een hok slapen.
Ik moest alle klusjes in het huis uitvoeren. De poort open doen, het eten op de tafel van de familie brengen, de auto wassen, de tuin onderhouden, schilderen en poetsen. Ik was altijd in de weer. Wanneer ze iets wilden, riepen ze heel hard. En wanneer het niet snel genoeg ging, zwaaide er wat. Die familie behandelde me erg slecht.
Op een dag kon ik weglopen en ben ik terug naar mijn dorp Simalia gekomen. Mijn pa was erg kwaad en sloeg me. Hij riep dat ik te lui was om te werken en dat ik een ondankbaar kind was. Hij zei dat ik dan maar terug in de steengroeve moest werken, maar dat wilde ik niet. Ik wilde naar school.
Lager onderwijs
Dankzij de Zuidactie kon er in mijn dorp een basisschool gebouwd worden. De broeders konden mijn ouders overtuigen om mij naar school te sturen en mij niet meer te laten werken in de stad. Voor mij was dit het begin van een heel nieuw leven. Vorig jaar behaalde ik mijn diploma lager onderwijs.
Secundair onderwijs en steengroeve
Na de basisschool ging ik opnieuw in de steengroeve werken. Maar met een duidelijk doel voor ogen: geld verdienen om naar een secundaire school te kunnen gaan! Ik werk nu vier dagen per week in de steengroeve. Tijdens deze vier dagen spaar ik m’n geld op om met het openbaar vervoer naar de school in de stad te kunnen gaan. Ik verdient niet genoeg om iedere dag naar school te kunnen gaan. Het is allesbehalve gemakkelijk om secundair onderwijs te volgen en maar één keer per week naar school te gaan. Maar met vallen en opstaan ben ik er toch in geslaagd om het laatste jaar te bereiken. Nu droom ik ervan om hogere studies te doen. Maar eerst zal ik moeten sparen voor het inschrijvingsgeld (€50 - € 150). Ik zou graag leerkracht worden zoals Br. Telesphor. Misschien word ik wel leekracht in de Saint Peter’s School? Dan is de cirkel helemaal rond!
Mijn ouders
Mijn ouders zijn heel trots op mij. Ik ben de eerste in mijn familie die zo ver geraakt is in zijn studies. Mijn moeder waardeert ook heel erg dat ik zo hard werk voor mijn studies. Ze vindt het vervelend dat ik moet werken om te studeren en dat ze mij niet kan helpen. Maar zelf verdienen mijn ouders niet genoeg om geld opzij te kunnen zetten voor mijn studies. We kunnen maar net het hoofd boven water houden. Wat ze verdienen gaat volledig op in de basisbehoeften zoals eten en kledij.